In ons land hebben we te maken met grote opgaven en crises, zoals de noodzakelijke verduurzaming van het energiegebruik, het tegengaan van de klimaatverandering, de stikstofcrisis, het terugdringen van het grote tekort aan woningen en de zorg over de betaalbaarheid van beschikbare woningen. De urgentie van deze vraagstukken maakt dat het rijk en de provincie meer regie nemen en vaker sturend optreden dan een aantal jaren geleden het geval was. Dit is te merken bij de inpassing van opgaven met ruimtelijke implicaties en bij een aantal sociale vraagstukken. Op ons als de lokale overheid wordt een groot beroep gedaan om deze uitdagingen (mede) tot een goed einde te brengen. Als partner en/of als beleidsuitvoerder. Bijvoorbeeld bij de totstandkoming van de Regionale Energiestrategie (RES), het Provinciaal Programma Landelijk Gebied en de opvang van de vluchtelingencrisis.
Enerzijds kunnen we het wel plaatsen dat het rijk en de provincie komen met centraal structurerende principes en kaders. De omvang en impact van de doelen die behaald moeten worden zijn immers groot. Anderzijds vinden we het behoud van lokale beleidsvrijheid gewenst om afwegingen te kunnen maken die het beste aansluiten bij de behoeften en wensen van onze inwoners en ondernemers. In het contact met onze mede-overheden zijn we dan ook scherp op het te doorlopen proces om tot kaderstelling te komen, op het maken van afspraken die realistisch en haalbaar zijn en vooral op het creëren van ruimte voor initiatieven van onderop die bijdragen aan het oplossen van de vraagstukken van deze tijd.